Het werd wel eens tijd om het bereik van mijn e-bike in dit bergachtige landschap te testen. Deze week waren er twee nationale feestdagen in Portugal en daardoor was er weinig vrachtverkeer op de weg. Met een strak blauwe lucht en een verkoelend briesje waren de omstandigheden perfect.
Omdat Nuno en ik onszelf twee ‘snipperdagen’ hadden gegeven van de bouw, stond ik ’s ochtends rustig op. Uiteindelijk reed ik om een uur of elf van het erf af. ‘Op het heetst van de dag ga ik bergen beklimmen: Lekker slim…’ dacht ik bij mezelf. Maar eigenlijk was de timing lang niet gek. Tussen 12 en 16 uur zit elke Portugees op een vrije dag aan een uitgebreide lunch. Er was dus bijna niemand op de weg. Het was een genot om de wegen voor mij alleen te hebben.
Op wikiloc heb ik het rondje dat ik fietste Bestança-Cabrum-Douro genoemd, naar de drie rivieren waarvan ik door de dalen fietste. (zie hier)
De eerste 14 km was enkel klimmen, naar ±880 meter hoogte. Ik deed er bijna een uur over. Maar dat kwam omdat ik in één van de eerst dorpjes, Granja, twee oude dames passeerde die ik écht even moest fotograferen:
En er moest ook even gekletst worden. De dame met de hooiberg op haar hoofd was niet verlegen en vroeg me het hemd van het lijf: waar ik vandaan kwam, waar ik woonde, of we werkten of gepensioneerd waren en of we kinderen hadden. Dat beviel me wel! Temeer omdat dat niet gebruikelijk is.
En hoewel ons dorp hemelsbreed maar 4 km verder ligt, was het volgens de andere dame écht heel anders daar beneden; zo vochtig! Mogelijk heeft ze daar gelijk in. Granja ligt bijna 250 meter hoger dan ons dorpje en in een beschermd, zonnig kommetje, ook ’s winters. We namen afscheid zodat het hooi naar de schapen kon en ik verder kon fietsen.
Granja betekent in het Portugees ‘boerderij’ en eigenlijk is het hele dorp één grote boerderij. Ik vind het een prachtige plek. En de mensen zijn er erg aardig, ik maak er altijd wel een praatje.
Na Granja suisde ik een klein stukje naar beneden om de Bestança over te steken en vervolgens naar de Alvagueira, één van de toppen van het Montemuro gebergte, te klimmen. Ik had me voorgenomen boven te beslissen of ik 40 of 60 km zou gaan fietsen. In de laagste versnelling, soms met de meeste ondersteuning, klom ik vrij gemakkelijk naar dat punt. Maar op de display liep het bereik van mijn batterij snel achteruit. Met alle vermoeidheid in mijn lijf van onze bouwwerkzaamheden, koos ik daarom voor het kleine rondje.
Maar eerst lunch! Ik vond een mooie rustplek onder een grote eikenboom, net naast de weg, in een bloemenveldje.
Na de lunch was het prachtig en had ik de weg voor mij alleen. Het asfalt werd bij het oversteken van de gemeentegrens wat slechter, maar nog goed te doen. Via een verlaten weg, door een gebied wat vorig jaar geteisterd was door bosbranden, kwam ik in de vallei van de rivier Cabrum. Omdat het fietsen zo goed ging en ik weinig ondersteuning gebruikte, reed ik, anders dan gepland, naar de andere kant van de vallei. Via het dorpje Ovadas naar Covelinhas, dat liefelijk aandoet.
Vanaf daar werd het een makkie; glad asfalt en afdalen, precies zo dat ik nog kon trappen, zonder de hele tijd te moeten remmen. Op naar de volgende halte: Parque de Merendas do Penedo, ofwel picknickplaats ‘de kei’.
Dit keer had ik geen zin om te stoppen bij de kei. We waren er al eens geweest met bezoek uit Nederland. Op de foto met onze vriendin, zie je hoe groot de kei is. Hij is niet te beklimmen, maar je kunt er wel omheen lopen en het uitzicht bewonderen.
Vanaf hier begon de echte afdaling richting de Douro, op een grof geasfalteerde weg stuiterde ik naar beneden met continue de handen op de remmen. Het is een mooi stuk, maar je kunt het beter klimmen, denk ik.
Al snel was ik op de N222, de oude provinciale weg langs de Douro. Ook hier was het gelukkig rustig op de weg. Maar ik miste al snel de afgelegen bergweggetjes. Er zijn verschillende plekken om te stoppen, maar minder privé en minder relaxt, zo pal aan de provinciale weg.
Ik rook de stal al en fantaseerde over een biertje in de hangmat.
Zo stond de laatste 11 km in het teken van ‘naar huis’. Ik wist dat het laatste half uur nog een klim van 400 meter in petto had, dus ik hield angstvallig de display in de gaten. Mijn ongeoefende fietslijf, was er wel klaar mee. Na dat gestuiter begon de zadelpijn hevig te worden. Ik hoopte dat ik het laatste stuk op volledige ondersteuning kon rekenen.
Na de brug over de Bestança, liet ik de N222 achter me en begon ik aan de laatste klim. Direct de turbo aan, het bereik daalde naar 11 km. Dat moest genoeg zijn! En ja, bij thuiskomst had de batterij nog 3km in turbo stand over (en 20 km in eco stand). In totaal had ik 50 km gefietst.
Het rondje van 60 km kan ik dus volgende keer makkelijk doen.
Portugees op de fiets:
Mag ik een foto maken? | Posso tirar uma fotografia? |
Landhuis | Quinta |
Boerderij | Granja |
Picknickplaats | Parque de Merendas |
Zadelpijn | Dor causada pelo selim |
12/06/2020
Goed bezig🤗
Dankje!
O wat kom ik graag een keer mee fietsen 🚴🏻♂️ en handig weer dat vocabulaire; dor causada da selim. Klinkt in t Portugees nog wat dramatischer …
Wat een goed idee, Gaby.